Films als iRobot geven een zeer grimmig beeld van de toekomst. Machines en computers worden zeer krachtig en zijn in staat zichzelf te repliceren en zo de mens te vervangen. Gaat dit echt gebeuren, en zo ja, wordt het dan zo dramatisch? Het is waar dat de computer steeds krachtiger wordt en een enorme impact heeft op ons leven. Maar is dit noodzakelijkerwijs slecht? Aan de ene kant brengt deze technologie veel voordelen en hebben we het gevoel dat we niet meer zonder computers kunnen. Aan de andere kant vormen ze een bedreiging, omdat ze het mogelijk maken om veel van onze banen te automatiseren. Moeten we ons zorgen maken?
Lessen uit de geschiedenis
We hebben altijd machines gebruikt om routinetaken te elimineren of te verbeteren. Denk maar aan de watermolen die ons hielp om bloemen te malen in plaats van met de hand, of de wasmachine die ons ervan weerhield om handmatig te af te wassen. De impact van deze twee machines lijkt vrij klein, maar het had wel een impact op iemands werk.
Grotere gebeurtenissen zoals de industriële revolutie hadden wel grotere gevolgen voor de werkgelegenheid en dit werd niet altijd even warm onthaald. In de zestiende eeuw weigerde de koningin van Engeland het patent voor de automatische breimachine aan William Lee te verlenen en verklaarde dat “het hen zeker zou ruïneren door hen van werk te beroven, waardoor ze bedelaars zouden worden. Tijdens de industriële revolutie vernietigde de Luddites machines omdat ze als een bedreiging werden gezien. Zoals altijd houden mensen niet van verandering, vooral niet als die erg storend is. We moeten het echter wel vanuit een positieve invalshoek bekijken.
Wat duidelijk werd uit bovenstaande voorbeelden is dat geschoolde ambachtslieden werden vervangen door machines die konden worden bediend door lager geschoolde arbeiders, die onder toezicht stonden van hoger geschoolde arbeiders. Dat betekent dat de grootste begunstigden van de industriële revolutie eigenlijk de ongeschoolde arbeiders waren. Naarmate de machines steeds complexer werden, veranderde deze balans in de twintigste eeuw wel in die zin dat er meer kennis nodig was om een machine te bedienen. Dit bevoordeelde de hoger geschoolde arbeiders weer. Bovendien leidde het ook tot een race tussen techniek en onderwijs. Om als werknemer concurrerend te blijven, moest je op de hoogte blijven van de nieuwste technologie.
Zelfs als computers ons zouden vervangen, betekent dit ook een verschuiving in het soort werk dat we doen. De voor de hand liggende vraag is of er nog iets te doen zal zijn.
Wat gebeurt er nu?
Machines en computers hebben traditioneel routinematige cognitieve en manuele taken vervangen. De niet-routinematige taken worden echter ook geleidelijk aan door computers afgehandeld. Een voorbeeld van een computer die een ingewikkelde niet-routinematige cognitieve taak uitvoert, is IBM’s Watson. Het is in staat om een diagnose te stellen van kanker met behulp van de gegevens uit medische tijdschriftartikelen, medisch bewijsmateriaal, patiëntendossiers en klinische onderzoeksgegevens. De evolutie van de sensortechnologie heeft het ook mogelijk gemaakt dat robots niet-routinematige handmatige taken kunnen uitvoeren. Machines zijn in staat om te leren terwijl ze werken. Typische voorbeelden zijn huishoudelijke robots. De grote vraag is hoe ver dit zal evolueren en of robots uiteindelijk zelfbewust zullen worden. Onlangs is een robot geslaagd voor een eenvoudige zelfbewustzijnstest. Het is een indicatie dat de race aan de gang is, maar er is nog veel ruimte voor ons om deze evolutie voor te blijven.
Een belangrijk element is dat de kosten van de rekentijd drastisch zijn gedaald en zullen blijven dalen. Computers zijn ook kleiner geworden en er kan nu meer rekenkracht worden ingebouwd in kleinere machines en robots.
Hoe zal dit de toekomstige werkgelegenheid beïnvloeden?
Carl Benedikt Frey en Michael A. Osborne van de Oxford University Engineering Sciences Department kwamen met een wiskundige manier om in te schatten welke banen worden bedreigd. Ze realiseerden zich dat banen die nauwkeuriger taakomschrijvingen hadden, gemakkelijker gecomputeriseerd konden worden. Taken die moeilijker te beschrijven zijn, leiden tot een knelpunt in de informatisering. Ze schatten in dat deze knelpunten zullen verschuiven naarmate de technologieën zich ontwikkelen. Ze kunnen echter wel een goede indicatie geven van welke banen dichter bij het knelpunt liggen en ook van de banen die verder weg liggen.
De volgende knelpunten zijn geïdentificeerd: perceptie en manipulatie, creatieve intelligentie en sociale intelligentie. Zij rangschikten ongeveer zevenhonderd soorten banen. De grote conclusie is dat banen die creativiteit en sociale vaardigheden vereisen, minder gevaar lopen dan banen die manuele handigheid vereisen (perceptie en manipulatie). Wat ook duidelijk werd, is dat hoogbetaalde en hooggekwalificeerde banen minder gevoelig zijn voor informatisering. In tegenstelling tot de industriële revolutie wordt de lager geschoolde arbeider steeds kwetsbaarder. Bestuurderloze auto’s zullen een grote impact hebben op de transportsector. De juridische sector zal het groeiende effect zien van computers die effectiever onderzoek doen en zelfs effectievere besluitvormingsprocessen mogelijk maken die menselijke vooringenomenheid uitsluiten.
Natuurlijk is dit slechts een wiskundige voorspelling, maar het benadrukt wel een aantal interessante punten. Wat ons specifiek menselijk zal er voor zorgen dat we nog steeds banen hebben en dat is zeer positief.
Wat kunnen we doen?
Volgens de voorspellingen loopt ongeveer de helft van de banen in de VS gevaar door de automatisering. Dit lijkt misschien veel, maar het is niet dramatisch. Wat er moet gebeuren is dat werknemers die gevaar lopen, worden overgeplaatst naar beroepen die geen gevaar lopen en nieuwe vaardigheden zullen moeten worden aangeleerd. Dat was in het verleden ook het geval en nu pas is het tempo gestegen. Tegelijkertijd is de beschikbare kennis toegenomen door de ontwikkeling van het internet. Dit is een mooi voorbeeld van hoe informatisering de mens kan helpen om sneller te leren en de technologische race voor te blijven.
Overheden hebben een grote rol te spelen. Enerzijds kunnen zij de snelheid waarmee technologie wordt ingezet controleren, zoals het instellen van het wettelijk kader voor auto’s zonder bestuurder. Aan de andere kant kunnen ze de heroriëntatie van het personeel garanderen door risico’s in kaart te brengen, voorwaarden te scheppen voor nieuwe banen en voorlichting te geven. Tijdens de industriële revolutie besefte de Britse regering dat de technologische vooruitgang niet kon worden tegengehouden en dat deze grote voordelen had. Dit zorgde ervoor dat ze een wet kregen die de vernietiging van machines strafbaar stelde met de dood.
De bovenstaande studie hield alleen rekening met de banen die nu bestaan. Door alle technologische veranderingen zullen nieuwe banen ontstaan. Voorbeelden zijn drone controllers of space miners. Het belangrijkste is dat je een open geest moet hebben en dat je bereid moet zijn om te blijven leren.
Het is belangrijk om de mogelijkheden te blijven zien. Het is ook belangrijk om op te merken dat machines ons daadwerkelijk zullen aanzetten tot meer menselijkheid. We kunnen ons gaan richten op wat ons als mens uniek maakt. In ziekenhuizen bijvoorbeeld kunnen de routinetaken, zoals schoonmaken, worden uitgevoerd door robots, maar de echte menselijke taken, zoals een vriendelijk gesprek met een patiënt, zullen de ultieme taak van een mens worden. Maar met de vooruitgang van sociale intelligentie en sociale nabootsing zou zelfs dat technisch kunnen worden afgedekt, al is de kans groot dat mensen het niet leuk zullen vinden, voorlopig althans niet.
Wil je meer?
Wil je meer? Wees niet droevig dat het artikel voorbij is! We hebben nog genoeg andere spannende dingen met je te delen. Schrijf je in op onze tweemaandelijkse nieuwsbrief en we houden je op de hoogte van ons laatste nieuws.
Laat een reactie achter